"Filosofen, theologen, wetenschappers en existentialistische dromers hebben zich eeuwenlang afgevraagd waarin de mens zich van de dieren onderscheidt. Eén van die eigenschappen, is de volslagen unieke gaven om patronen in de wereld te herkennen en deze met onderliggende principes te verklaren. Het is een praktijk die de mens geen windeieren gelegd heeft, getuige de luxe waarin een steeds groter deel van de mensheid in mag delen, en de indrukwekkende hoeveelheid kennis die in de loop van de eeuwen opgebouwd is."
"Bod plaatst de grote wetenschapsdisciplines – wiskunde, astronomie, natuurkunde, maar ook taalkunde, rechtswetenschap en geschiedenis, onder andere – in een alles overkoepelende historie. Zijn opzet is haast absurd groots. De wetenschapsgeschiedenis van de hoogleraar Digital Humanities bestrijkt een periode van de prehistorie tot ongeveer 1800 (met wat vooruitwijzingen naar de twintigste eeuw), en laat geen beschaving onbesproken. Van de vroegste domesticatie van wilde dieren tot de nieuwste innovatie in astronomische modellen: de Europese, Indische, Chinese, islamitische en Afrikaanse zoektocht naar patronen wordt zij aan zij beschreven. Dat levert interessante contrasten op. Zo was Aristoteles nog van mening dat er een constante kracht nodig was om een lichaam in beweging te houden. Zijn Chinese tijdgenoten trokken daarentegen precies de tegenovergestelde conclusie: een lichaam bewoog, tenzij tegengehouden door een externe kracht. Het zou nog eeuwen duren voordat de Europese wetenschappelijke revolutie diezelfde conclusie zou trekken."
Lees hier de hele recensie.
"Bod plaatst de grote wetenschapsdisciplines – wiskunde, astronomie, natuurkunde, maar ook taalkunde, rechtswetenschap en geschiedenis, onder andere – in een alles overkoepelende historie. Zijn opzet is haast absurd groots. De wetenschapsgeschiedenis van de hoogleraar Digital Humanities bestrijkt een periode van de prehistorie tot ongeveer 1800 (met wat vooruitwijzingen naar de twintigste eeuw), en laat geen beschaving onbesproken. Van de vroegste domesticatie van wilde dieren tot de nieuwste innovatie in astronomische modellen: de Europese, Indische, Chinese, islamitische en Afrikaanse zoektocht naar patronen wordt zij aan zij beschreven. Dat levert interessante contrasten op. Zo was Aristoteles nog van mening dat er een constante kracht nodig was om een lichaam in beweging te houden. Zijn Chinese tijdgenoten trokken daarentegen precies de tegenovergestelde conclusie: een lichaam bewoog, tenzij tegengehouden door een externe kracht. Het zou nog eeuwen duren voordat de Europese wetenschappelijke revolutie diezelfde conclusie zou trekken."
Lees hier de hele recensie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten