zaterdag 9 maart 2013

Ondernemende alfa's brengen stad tot bloei


[Onderstaande is een samenvatting van mijn Amsterdamlezing van 4 maart jl. en is verschenen in het Parool van 9 maart 2013.]

"Het is een veel gehoorde klacht dat Nederland te weinig bèta’s heeft. Dit geldt inderdaad voor regio’s als Eindhoven en Delft. Maar niet voor Amsterdam, een stad die juist bloeit en groeit dankzij ondernemende alfa’s. De innovatiefste industrie in de hoofdstad is de creatieve industrie en deze wordt gedomineerd door alfa’s. Opzienbarend, omdat de alfawetenschappen niet bepaald als economisch nuttig worden gezien.

Maar waar alles in flux is, zijn ook de geesteswetenschappen aan het veranderen. Er vindt een ware digitale omwenteling plaats, waarbij de alfa's samen met de creatieve industrie digitale producten ontwikkelen die voortkomen uit alfawetenschappelijk onderzoek.

Deze omwenteling is pas een paar jaar geleden in gang gezet dankzij zaaigeld van de UvA-Faculteit Geesteswetenschappen. Ondertussen zijn grote en kleine Amsterdamse bedrijven hierop ingesprongen, van Elsevier tot Vicarvision, alsook de KNAW en de VU. Vanuit ICT-perspectief wordt al gesproken over de humanities als 'The Next Big Thing'.

Het materiaal waar alfawetenschappers mee werken is dan ook van een ongekende rijkdom en complexiteit: schilderijen, manuscripten, films, historische bronnen en muziekopnamen. Denk aan de gelaagdheid van verfstreken of aan oude handschriften. Hoe ontwerp je een digitale aanpak die met zulke gegevens kan omgaan? Als je dat hebt opgelost, kun je de wereld aan.

De combinatie van alfa en ict heeft zelfs geleid tot een nieuw vakgebied: Digital Humanities (ook wel eHumanities). Dit kreeg in Amsterdam zijn beslag in het Center for Digital Humanities: dertien projecten met investeringen van even zoveel private partners. Wie had ooit gedacht dat traditionele geesteswetenschappers zouden samenwerken met commerciële partners voor het bestuderen van literatuur, muziek, film, kunst en geschiedenis?

Het project De Digitale Grachtengordel, bijvoorbeeld, onderzoekt welk schilderij waar hing in de Gouden Eeuw, en wie woonde waar? Dit sluit aan bij jarenlang kunsthistorisch onderzoek dat resulteerde in de Ecartico database. Met het bedrijf Webmapper wordt deze database nu geïntegreerd met geografische informatiesoftware tot een app voor toeristen: al wandelend door de stad zien zij waar de Nachtwacht oorspronkelijk hing. Ook horen ze waar schilders, schrijvers en uitgevers woonden. Die informatie is echter ook interessant voor onderzoekers en beleidsmakers. De hele creatieve industrie van de Gouden Eeuw kan er mee worden blootgelegd. En vervolgens die van latere eeuwen, en zelfs die van vandaag: waar bevinden zich in Amsterdam de creatieve kenniswerkers, wat is hun netwerk, wat maakt een stad tot een economisch succes?

Het project Muzikale Similariteit zoekt uit hoe we een muziekstuk kunnen vinden dat lijkt op een ander muziekstuk. Dit is een oud probleem, dat nooit bevredigend is opgelost. Bestaande oplossingen maken nauwelijks gebruik van muzikale kennis over metrum, harmonie, timbre en instrumentatie. We maken nu met het bedrijf ElephantCandy een muzikale app voor jogging, ballroom dance en dj, waarin juist wel kennis van muziektheorie is verwerkt.

Andere projecten willen emoties detecteren in films, gaan vragen stellen aan de gedigitaliseerde parlementsverslagen van de afgelopen twee eeuwen, of analyseren automatisch tweets op basis van sociaal gedrag. De resultaten blijken opnieuw interessant voor zowel de industrie als voor alfa-onderzoek. Hier geldt een meerwaarde door het bijeenbrengen van ‘great minds’ uit de universiteit en het bedrijfsleven.

Niet verrassend dat dit allemaal juist in Amsterdam gebeurt: de stad bevat de grootste concentratie creatieve industrie in Nederland. Wel opmerkelijk is, dat vooral alfa’s hierin een rol spelen. Het creatieve gebruik van software is niet meer het exclusieve domein van de bèta’s. Sterker: het is vaak de alfa die de complexiteit van schilderijen, muziek, manuscripten en historische bronnen beter op waarde kan schatten en kan omzetten naar een concrete toepassing.

We moeten af van het idee dat alleen bèta’s innoveren. Deze stad heeft niet zozeer meer bèta’s nodig, maar méér creatieve alfa’s. Het zaaigeld van UvA, VU en KNAW biedt een enorme impuls voor de Amsterdamse eHumanities en de creatieve industrie. De gemeente kan deze ontwikkeling stimuleren. De toekomst van Amsterdam als kennisstad ligt in handen van ondernemende alfa’s."

Ziehier voor meer informatie over het Center for Digital Humanities

donderdag 7 maart 2013

Hoe kunnen we de geesteswetenschappen evalueren?

Bibliometrische analyses worden in alle wetenschappen gebruikt voor het bepalen van "onderzoekskwaliteit". Hoewel deze methode overal controversieel is, wordt een bibliometrische analyse in de geesteswetenschappen met bijzonder gemengde gevoelens ontvangen. Geesteswetenschappers publiceren immers voor een groot deel in boeken, terwijl bibliometrische analyses zich richten op tijdschriften (die electronisch toegankelijk zijn). Er is een jarenlange strijd voor gevoerd, maar sinds kort wordt ook de geesteswetenschappelijke publicatiecultuur serieus genomen in de bibliometriek.

Over de publicatiecultuur in de humaniora is een special issue verschenen van Research Trends (maart 2013) dat hier is down te loaden.

Verplichte kost voor alle geesteswetenschappers!