vrijdag 12 april 2013

Reflecties op Humanities 3.0

In mijn oratie "Het Einde van de Geesteswetenschappen 1.0" van verleden jaar kondigde ik de geboorte van de geesteswetenschap 3.0 aan die het digitale patroonzoeken (geesteswetenschap 2.0) en het kritisch interpreteren (geesteswetenschap 1.0) zou integreren. Ondertussen zijn meerderen hiermee aan de slag gegaan. Maar mijn oratie heeft ook de nodige kritiek opgeleverd.

Een recent voorbeeld is het artikel "Interpretatie en/of Patroon" van Marieke Winkler in het letterkundig tijdschrift Vooys. Het is een mooi artikel, al heeft de schrijfster mijns inziens het vernieuwende van de digitale aanpak nogal onderschat. Dankzij het patroonzoeken en de digitale analyse van enorme hoeveelheden "big data" (bv. miljoenen boeken, kunstwerken of muziekstukken) worden vragen opgeroepen die zonder de computer niet eens gesteld hadden kunnen worden, laat staan beantwoord.

Wat betekent het bijvoorbeeld als we menselijke oordelen over literaire kwaliteit met de computer kunnen modelleren? En wat betekent het als we universele patronen in muziek hebben gevonden? Deze "big patterns" hebben we ondertussen weliswaar gedetecteerd, maar inzicht in de betekenis van dit soort patronen wordt nog node gemist. Hier is sprake van een onontgonnen terrein dat, in weerwil van wat Marieke Winkler stelt, in niets lijkt op het vakgebied der letterkundige neerlandistiek van een eeuw geleden.

Bovendien komt het patroonzoeken niet uit de natuurwetenschappen, zoals de schrijfster impliceert. Zoals ik in mijn boek laat zien, is de patroonzoekende methode ontstaan in de humaniora van de 14e en 15e  eeuw (Petrarca, Valla, Poliziano, Erasmus, Scaliger en vele anderen). De opkomende natuurwetenschappen hebben in de late 16e eeuw deze methode overgenomen, soms zelfs letterlijk (zoals van vader Vincenzo Galilei op zoon Galileo Galilei).

Het patroonzoeken is nooit meer uit de humaniora verdwenen. Alleen het massale patroonzoeken met digitale middelen is nieuw. Maar zelfs de digitale aanpak aan de hand van computertechnologie is niet inherent "natuurwetenschappelijk". Zo is het de formele taalkunde geweest die de eerste hogere progammeertalen, en daarmee de informatietechnologie mogelijk heeft gemaakt.

Lees mijn oratie hier en het artikel van Marieke Winkler hier, en oordeel zelf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten